Zorgen over passend onderwijs?

 

 

 

Met ingang van 1 augustus 2014 moeten scholen een passende onderwijsplek geven aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben.

Maar zijn alle scholen daar nu al klaar voor? Welke impact hebben kinderen die extra ondersteuning nodig hebben op het proces in de klas?  Betreft het alleen kinderen met gedragsproblemen en een handicap? Zijn dit geen kinderen die een bepaalde expertise nodig hebben? Kan een leraar in het primair onderwijs deze expertise wel inbrengen?

Allemaal vragen die spelen bij ouders van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. In het nieuwe stelsel wordt de onderwijsgebonden rugzak door de overheid afgeschaft. Daarnaast wordt er bezuinigd op het totale bedrag dat er beschikbaar is voor kinderen die ondersteuning nodig hebben. De overheid is van mening dat de huidige organisatie van passend onderwijs ingewikkeld is en dat niet altijd duidelijk is waar geld voor extra ondersteuning naartoe gaat. Daarom gaan scholen per regio samenwerken om alle mogelijke soorten leerlingen een passende plek te bieden.

Passend onderwijs moet ervoor zorgen dat kwetsbare leerlingen in het basis­ onderwijs een plek krijgen die zo goed mogelijk bij ze past. Daarnaast moeten basisscholen hogere leeropbrengsten halen. Dit zijn twee van de verwachtingen die het Rijk heeft van het basisonderwijs, verwachtingen die moeten worden verwezen­ lijkt met krapper wordende financiën en met minder onderwijspersoneel.

Het evenwicht tussen wat scholen aankunnen en wat er van ze gevraagd wordt, is momenteel wankel. Zeker leraren moeten balanceren tussen enerzijds de eisen die aan hen worden gesteld en anderzijds de tijd die ze daarvoor hebben en de mate waarin ze voor hun taken toegerust zijn. Het is daarom ook de vraag of ze nu al voldoende toegerust zijn om de extra taken in het reguliere basis onderwijs op te pakken?

In december van het vorig jaar heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn derde voortgangsrapportage passend onderwijs uitgebracht. Belangrijkste conclusie op basis van deze onderzoeken is dat extra inzet nodig is om passend onderwijs op 1 augustus 2014 goed in te voeren. Zijn conclusie was dat de samenwerkingsverbanden vooruitgang hebben geboekt. Ouders, leraren en schoolleiders zijn echter tot nu toe onvoldoende betrokken en de inhoudelijke plannen moeten nog verder uitgewerkt worden.

De extra impuls bestaat uit het apart in beeld brengen van de betrokkenheid van schoolleiders, leraren en ouders, op basis daarvan het bieden van extra ondersteuning waar nodig en verbetering van de landelijke communicatie om zo het gesprek op school op gang te brengen. Deze extra impuls wordt samen met de onderwijsorganisaties uitgewerkt. Het is echter de vraag of het verstandig is passend onderwijs in het schooljaar 2014-2015 al in te voeren. Is dit in het belang van het kind dat extra ondersteuning nodig heeft, nu we weten dat ouders, leraren en schoolleiders tot nu toe onvoldoende betrokken zijn en de inhoudelijke plannen nog verder uitgewerkt moeten worden?

Alles beschouwend is het de vraag of scholen al zouden moeten overstappen op passend onderwijs in het nieuwe schooljaar? Hoe zie jij dit als schoolleider, leraar of lerares dan wel ouder van een kind in het basis- of voorgezet onderwijs? Laat het me weten door middel van een commentaar bij deze blog.